ik werd geboren
ik was van niemand
tot mama zei
jij bent mijn kind
ingebakerd
in de lente
bemind
verbonden
en verblind
hou me vast mijn lieve
hou me vast maar hou me niet
ik heb je lief mijn lieve
ik heb je lief ik heb je niet
beloof me
beloof me dat je blijft
bij wie je bent
in plaats van blind van bij mij
beloof me
beloof me maar je trouw
aan jou
laten we dansen lieve
dansen voor we gaan
en kus me nog een keer
laten we leven lieve
leven voor we gaan
morgen zijn we er niet meer
laten we dansen lieve
dansen hier vandaan
en kus me nog een keer
het hele leven lieve
is dansen hier vandaan
morgen zijn we er niet meer
laten we dansen lieve
dansen voor we gaan
en kus me nog een keer
het hele leven lieve
is dansen hier vandaan
morgen zijn we er niet meer
je geeft jezelf
je geeft je over
je denkt te zijn
wie je bemint
voor en door
elkaar
gevallen
je weet niet meer
wie waar begint
wie ben jij
wie ben ik
wie zijn wij
hou me vast mijn lieve
hou me vast maar hou me niet
ik heb je lief mijn lieve
ik heb je lief ik heb je niet
beloof me
beloof me dat je blijft
bij wie je bent
in plaats van blind van bij mij
beloof me
beloof me maar je trouw
aan jou
aan jou
ik hou van jou
ik hou je
niet
voel teveel
ik voel teveel
ik voel teveel
voel teveel
een blik is gelijk bliksem
een traan een oceaan
een aanraking verstrengeling
een vonk en het vuur is aan
een frons is donker als een front
een lach en 't is weer licht
ik zweef gewichtloos tot één gril
mij weer ten gronde richt
voel teveel
voel teveel
veel te veel
veel te veel
onuitgesproken zinnen
versta ik met mijn zijn
wat buiten hoort komt binnen
de liefde doet zo'n pijn
soms zou ik willen voelen hoe het is om niet te voelen
te denken dat wat mensen zeggen is wat ze bedoelen
voel teveel
zebrapad
ze zegt vriendelijk gedag
goedemorgen of het is het al middag
haar lippen gestift met een lach
ze is vrij als het mag
beleefd door het leven zonder te geven om wie ze was
beleefd door het leven ze bazelt de bakker na groen het gras
tussen de kapper en kinderen de witte wijn en ’t zwarte gat
er komt niets aan, ze ziet niemand
toch blijft ze op het zebrapad
zebrapad
levenswandel op een zebrapad
beleefd door het leven zonder te geven om wie ze was
beleefd door het leven zo loopt ze een leven lang in de pas
tussen de kapper en kinderen de witte wijn en ’t zwarte gat
toch blijft ze op het zebrapad
levenswandel op een zebrapad
levenswandel op een zebrapad
maar wat er op de loer ligt
maar wat er op de loer ligt
heel soms
bij volle maan
zonder bonuskaart
maar met pyjama aan
dan komt de fantasie
haar stoutste fantasie
of ze het wil of niet
ze wil het niet
ze kan het niet
ze mag het niet
ze zegt vriendelijk gedag
goedemorgen of is het al middag
goedemorgen... of is het al middag?
vertel me bij de koffie, nog even snel
waarom ik ook alweer op aarde ben
of god een zus heeft en waarom
waarom ik in de regel vrolijk ben
maar vaak vertrek voordat ik kom kom
vertel me bij de borrel, nog even snel
hoelang we blijven zoeken naar een clou
van deze iets te flauwe grap
waarom ik alles steeds weer overdoe
maar stil blijf staan bij elke stap
vertel me waarom vertel me waarom
ik nergens naartoe ga, en nergens vandaan kom
wat ben ik hier in jezusnaam aan het doen
ik zuip me klem om weg te zijn
ik vrij me vrij om te verdrinken
verdoof mijn denken en de pijn
verlaat het schip voor het kan zinken
niemand weet het niemand weet het, niemand weet waarom
ik zuip me klem om weg te zijn
ik vrij me vrij om te verdrinken
verdoof mijn denken en de pijn
verlaat het schip voor het kan zinken
niemand weet het niemand weet het, niemand weet waarom
vertel me
voor het slapen gaan
nog heel even
wie ik ben